Waarom een eetdagboek?
Het is belangrijk dat je zicht krijgt op je eetgewoonten: hoe vaak eet je, wat eet je, hoe eet je, waar en wanneer eet je, enzovoorts. Wanneer je dit niet nauwkeurig bijhoudt kun je de indruk krijgen dat je eetpatroon er heel anders uitziet dan in werkelijkheid het geval is. Je kan jezelf dan met andere woorden wat makkelijker blijven vertellen ‘dat het allemaal wel meevalt’.
In een eetdagboek worden ook de eetbuien opgeschreven. Dit kan je helpen om te ontdekken wat je typische eetbuivoedsel is. Het geeft je inzicht in de typische tijdstippen van de eetbuien en bepaalde omstandigheden die eetbuien kunnen uitlokken. Je kan ontdekken wat voor invloed de eetbuien op je hebben, zoals het geven van ontspanning of schuldgevoel. Dit vertelt iets over de functie van een eetbui: wat levert het je op?
Het bijhouden van het eetdagboek levert een schat aan informatie op.
In het begin kun je het misschien moeilijk vinden om het bij te houden. Je vindt misschien dat je het er te druk voor hebt. Bedenk dan dat het hooguit een half uur per dag kost. Het kan ook zijn dat je je schaamt om op te schrijven wat je eet. De schaamte is een belangrijk onderdeel van een eetstoornis. Door de schaamte voor het registreren te overwinnen, word je dus ook de eetstoornis weer wat meer de baas. Meestal wordt de schaamte in de loop van de tijd minder. Sommige mensen zijn bang nog meer geobsedeerd te worden met eten, door het registreren. Misschien kan dat inderdaad gebeuren. Wanneer je echter je obsessie richt op het overwinnen van de eetstoornis, ga je er op vooruit. Niemand kan je dwingen een eetdagboek bij te houden. Houd dus goed in je achterhoofd dat het je eigen keuze is om het te doen.
Hoe maak ik een eetdagboek?
Iedere keer dat je eet of drinkt noteer je:
het tijdstip, wat en hoeveel je eet/drinkt, de plaats, of het een eetbui was en of je braakte of laxeerde en de omstandigheden.
WANNEER – WAT – WAAR – GEDACHTEN/GEVOELENS/EETBUI/COMPENSEREN
(zie voorbeeld)
Zorg ervoor dat je altijd je eetdagboek bij je hebt. Noteer direct na iets genuttigd te hebben dit in je eetdagboek. Wacht er niet te lang mee. Des te langer je wacht, des te meer je een beroep moet doen op je geheugen. Dit maakt de informatie die je noteert onbetrouwbaarder. Maak je geen zorgen om je handschrift. Probeer een gewoonte te maken van het bijhouden van het eetdagboek.
Noteer zo nauwkeurig mogelijk het tijdstip waarop je iets eet of drinkt. Schrijf dan zo nauwkeurig mogelijk op wat je hebt gegeten/ gedronken. Vergeet niet om ook de eetbuien en tussendoortjes te noteren. Maak ook aantekeningen als je een maaltijd of tussendoortje overslaat. Je noteert dan wel het tijdstip en de andere zaken.
Registreer de plaats waar je het voedsel gebruikte. Schrijf deze precieze plaats op, vb. thuis in mijn slaapkamer.
Was je alleen thuis, of waren er anderen?
Beschrijf de omstandigheden waaronder je het voedsel nuttigde.
Je noteert zoveel mogelijk onder welke omstandigheden je at en wat je at.
Wat maakte je mee voor de maaltijd of eetbui? Wat dacht je ervoor, wat voelde je toen?
Op welke manier at je tijdens de maaltijd of eetbui?
Wat vond je gevoelsmatig van de hoeveelheid die je at of dronk?
Wat vond je er met je verstand van?
Wat gebeurde er tijdens de maaltijd of eetbui (met je gevoel of gedachten)?
Wat gebeurde er na de maaltijd of eetbui? Wat deed je toen? Wat voelde je en wat dacht je?
Wanneer je het eetdagboek ongeveer twee weken hebt bijgehouden neem je de tijd om de informatie te analyseren. Je probeert dan de patronen eruit te halen. Zo kan het bijvoorbeeld opvallen dat je soms geen ontbijt gebruikt en dan ’s avonds een eetbui hebt. Of dat je onregelmatig eet. Het kan blijken dat je meestal een eetbui hebt wanneer je alleen thuis bent. Let er ook op of eetbuien optreden nadat je de uren ervoor te weinig gegeten hebt.
Je kan deze informatie meenemen naar je diëtist of psycholoog, om samen te bekijken wat er aan de hand is.
Dit kan helpen om te beslissen wat je nodig hebt om je eetpatroon te herstellen.
Samengesteld door Els Verheyen, voorzitter ANBN