Eetgedrag signalen
- Te veel of te weinig eten
- Willen eten op afwijkende tijdstippen of juist op vaste tijden
- Maaltijden overslaan, vaak ‘geen trek’ hebben
- Voortdurend bezig zijn met eten, lijnen en calorieën tellen
- Stiekem weggooien van eten
- Na het eten naar het toilet gaan om te braken
- Stiekem hamsteren van voedsel (vb. op eigen kamer)
- Stiekem gebruik van laxeermiddelen, plas- of dieetpillen
- Niet willen eten waar anderen bij zijn, of het eetgedrag juist aanpassen
- Verpakkingen lezen en letten op calorieën, extreem kieskeurig met eten
- Graag willen helpen met eten koken, maar zelf nauwelijks eten
- Smoezen en trucs gebruiken om niet te hoeven eten
- Treuzelen of ‘spelen’ met eten tijdens maaltijden
- Vermijden van situaties waarin gegeten wordt (feestjes, traktaties)
- Stiekeme eetbuien: lege verpakkingen, ‘verdwenen’ voedsel( vb. uit koelkast)
Psychosociale signalen
- Voordurend voor de spiegel staan of op de weegschaal staan
- Een irreële angst om snel bij te komen
- Zichzelf te dik voelen
- Geloven dat slanker zijn gelukkig maakt
- Het bezoeken van allerlei websites over eten en lijnen
- Rusteloos, hyperactief gedrag, veel in beweging zijn
- Overmatig sporten (vaak individueel)
- Faalangst en gebrek aan zelfvertrouwen
- Overdreven prestatiegericht en perfectionistisch gedrag (vb. in sport, studie, werk) calorieën, extreem kieskeurig met eten
- Sterke stemmingswisselingen, prikkelbaarheid
- Angsten en paniekaanvallen
- Afspraken afzeggen, ontwijken van sociale contacten
- Ruzie maken, last hebben van spanningen en irritaties
- Somberheid, depressiviteit, huilbuien
- Vermindering van interesse, concentratieproblemen
- Stelen (van etenswaar of laxeermiddelen)
- Niet meer rondkomen met eigen (zak)geld
- Psychosociale signalen
Lichamelijke signalen
- Veel aankomen, afvallen of schommelen in gewicht
- Vage klachten (hoofdpijn, moeheid, lusteloosheid)
- Menstruatieklachten
- Keelpijn, heesheid, opgezette speekselklieren
- Gebitsproblemen (gaatjes)
- Het koud hebben (met name aan handen en voeten)
- Maag- of darmklachten (buikpijn, misselijkheid, brandend maagzuur)
- Spierslapte, duizeligheid, flauwte
- Hartkloppingen of ademnood
- Wondjes op vingers en handen (door geforceerd braken)
- Slaapproblemen, er moe uitzien
- Futloos of broos haar